Zo'n tekort is immers niets anders dan de belofte om in een later stadium zelf iets te doen voor een ander LETS-lid. Meer nog: aangezien er steeds evenveel LETS-eenheden positief als negatief staan, is het noodzakelijk dat er mensen onder nul gaan. Er zou anders geen uitwisseling mogelijk zijn!
Met een limiet letten LETS-groepen er doorgaans op dat rekeningen niet te ver onder of boven nul komen te staan, anders kan het ruilverkeer stagneren. Door een open boekhouding te hanteren waarin hoge en lage standen zichtbaar zijn, worden de LETS-leden gestimuleerd om zo dicht mogelijk in de buurt van het nul-saldo te blijven of elkaar te stimuleren dat te doen.
LETS-punten waarderen vooral de hoeveelheid TIJD die er in een dienst of product is geïnvesteerd. Je creëert in feite zelf deze waarde op het moment dat iemand een dienst of product van je afneemt. Na de transactie ben je in het bezit van eenheden die vertegenwoordigen hoeveel tijd, energie of waarde je hebt geïnvesteerd. Tegelijk heeft de persoon die je dienst of product heeft afgenomen, een verplichting aan het geheel om een evenredig aantal eenheden terug te investeren in het systeem. Je maakt uiteraard wel zelf uit met wie je uitwisselt en wat je dan effectief doet.
LETS-groepen bepalen in grote mate zelf hun eigenheid. Die eigenheid hangt af van de aanbiedingen en achtergronden van de leden. Hoewel veel LETS-groepen grondig van elkaar kunnen verschillen, hebben bijna alle groepen een aantal overeenkomsten:
- ze kennen een naam en een waarde toe aan hun lokale (intrestloze) ruileenheden die vaak op tijd zijn gebaseerd
- ze bakenen hun ruilgebied of grens af in samenspraak met omliggende groepen
- ze stellen interne regels en limieten op
- ze installeren een software systeem voor het beheer
- ...